In India is het altijd druk. Ze zijn nooit met te weinig; altijd met meer dan genoeg. Maar wat wij op 1 januari meemaken in Delhi, is drukte van een heel andere orde.
We zijn intussen met vier. Voor Matthias en Astrid is het allemaal nog heel nieuw, maar ze doen dat geweldig goed. Geboren reizigers! Maar een tripje naar India is niet compleet zonder een moeilijk momentje, en voor Astrid kwam dit dus op nieuwjaarsdag in New Delhi.
Na een vermoeiend dagje New Delhi willen we rond 16u30 gewoon terug naar ons hotel. Moeilijk kan dat niet zijn maar het gaat niet. Echt niet! Het verkeer staat muurvast. Rondom ons zien we één grote kolkende mensenzee. Het is veel te ver om te wandelen, er zijn geen vrije taxi’s of tuktuks en wanneer we er toch één vinden, geraakt die niet vooruit.

Uiteindelijk geraken we aan een metrostation maar daar kunnen we niet naar binnen. En als we konden, we zouden niet durven. We zien honderden mensen wringen op één betonnen trap; apocalyptische taferelen. Het lijkt levensgevaarlijk. Dus wandelen we maar naar het volgende station, in de hoop dat het daar beter is. We geraken inderdaad binnen maar op de perrons heerst de waanzin. De treinen zijn al lang vol en toch proberen mensen er nog op te kruipen. De deuren kunnen niet dicht, en dus kan de trein niet vertrekken. Kortom, totale verstopping. Wij banen ons een weg terug naar buiten. Het is intussen al lang donker maar op straat is het nog altijd pokkedruk.

Dit is ook écht geen fijne regio om op straat te staan. We zien enkel ommuurde woonwijken en grote overheidsgebouwen, allemaal afgezet met prikkeldraad.

We zien geen enkele uitweg meer. Astrid crasht. Daar zijn de traantjes. Matthias en ik kunnen niks goed meer zeggen. Enkel Eva dringt nog door. We zetten ons twee minuten op de grond en maken een nieuw plan: we gaan gewoon lopen op compas richting hotel, en we zien wel.
Dan stoten we plotseling op een toilet. Eindelijk! Nog eens tien minuten later zien we sfeervolle lichtjes tussen de bomen: een poepsjiek hotel met piccolo’s, fonteinen en een witte Rolls Royce voor de deur! We wandelen naar binnen alsof we er thuis zijn en ploffen ons in het pluche van de lobby, niet van plan om weer recht te staan voordat onze batterijtjes zijn opgeladen.

Een uurtje later wagen we ons opnieuw in het verkeer. Er is nog altijd geen tuktuk-chauffeur te vinden die ons wil vervoeren: “Rush hour! Not possible” maar ondertussen is dat spitsuur dus wel al vier uur bezig. We gaan dan maar op zoek naar avondeten en wanneer we nog eens een uur later opnieuw proberen, is alles kalm in de metro. Alsof er nooit iets speciaals gebeurd was.
Het is 22u eer we in ons hotel zijn, totaal afgepeigerd. Astrid heeft het overleefd en Matthias vond het oprecht een absolute topdag. Ze hebben hun India-diploma verdiend!
W